In
de concept-syllabi van de nieuwe examenprogramma’s
wordt bij de eindterm
“De
kandidaat kan in leefwereld-, beroeps- en
technologische contexten chemische concepten
herkennen en gebruiken en kan op basis daarvan voorspellingen doen en
berekeningen en schattingen maken.”
de volgende specificatie gegeven:
“De
kandidaat kan de volgende begrippen herkennen en gebruiken:
- microstructuur/microniveau: atomen, moleculen, ionen;
- mesostructuur/mesoniveau:
structuurniveau gevormd door een aantal
groepen/gegroepeerde deeltjes uit het
microniveau;
- macrostructuur/macroniveau: op niveau van stoffen en materialen
(stof-/materiaaleigenschappen)
In
blauwe-lijnmodule 8 staan in practicum 6 voor macro
en micro dezelfde omschrijvingen maar meso is
daar (aan de hand van autokatalysatormateriaal) anders
gedefinieerd:
De
honingraatstructuur in zo’n autokatalysator kun je met het blote oog nog net
zien.
We spreken van een macrostructuur. Maar om de platina-,
rhodium- en ceriumzirkoniumkristalletjes
te kunnen zien heb je een microscoop nodig. Dat noemen we een mesostructuur.
(“Micro” zou logischer geweest zijn maar dat woord hebben we al gereserveerd
voor modellen.)
1p
a. Wat vind je het belangrijkste verschil tussen de definitie van meso in de syllabi en de definitie in module 8?
Bestudeer
onderstaande foto en bijbehorende tekst uit de Volkskrant van 3 februari 2012.
4p
b. Vind je het een afbeelding macro-, meso- of microniveau? Licht je antwoord toe.