Chemische reactie? Een kwestie van gezichtspunt!

Chemici noemen het oplossen van natriumchloride in water meestal niet een chemische reactie maar het neerslaan van zilverchloride wel. Het ligt er maar aan hoe je er tegenaan kijkt! In dit artikel lees en zie je hoe bij de methode Theorie uit Experimenten het begrip chemische reactie op een kleurrijke manier geïntroduceerd wordt.

Ton van Berkel
Stichting Theorie uit Experimenten

Aan het eind van de TUE-module ‘Chemie? Een kwestie van gezichtspunt’ doen groepjes van vier of drie leerlingen soda bij zoutzuur en daarna suiker bij 7-up. Ze onderzoeken het ontsnappende gas en dat blijkt koolzuurgas te zijn.
Hoewel in beide gevallen een witte vaste stof bij een kleurloze vloeistof wordt gedaan en ook nog eens dezelfde gasvormige stof ontwijkt, spreken scheikundigen bij de eerste gebeurtenis wel van een chemische reactie en bij de tweede niet.
Aan de leerlingen de opdracht om te formuleren welk gezichtspunt scheikundigen gebruiken om gebeurtenissen in te delen in ‘wel of niet chemisch’. Ze komen meestal uit op “krijg je wel of niet een andere/nieuwe stof, die je eerst niet had.”

Acties met stoffen

Voordat met soda en suiker het begrip ‘chemische reactie’ wordt geïntroduceerd hebben leerlingen al veel acties met stoffen uitgevoerd.  Zo spuiten ze in een buisje met vloeibare paraffine aardgas en lucht (1) bij elkaar en daarna aardgas en ammoniakgas (2) respectievelijk ammoniakgas en zoutzuurgas (3).
Daarna, en hier ligt de link met het thema kleur, wrijven ze in een mortier achtereenvolgens samen: suiker en meel (4), vitrioolblauw en suiker (5), vitrioolblauw en zwavel (6) en vitrioolblauw en magide (7).
Voorafgaand aan elke actie schrijven ze op wat ze verwáchten en ze noteren wat ze zién gebeuren.

 

 

 

 

      

 

                          horlogeglazen met vitrioolblauw, suiker, zwavel en magide

 

 

 

 

 

 

 

                                            resultaten van samenwrijven:
                      vitrioolblauw/suiker, vitrioolblauw/zwavel en vitrioolblauw/magide

 

Gezichtspunt kiezen, indelen

Om orde te scheppen in alvast deze zeven gebeurtenissen verdelen  leerlingen die in (twee) groepen en ze mogen zelf kiezen van welk  gezichtspunt ze daarbij uitgaan.
We reiken ook, als dat nog nodig is, de verdeling in 1, 2, 4, 5, 6 en 3, 7 aan; leerlingen formuleren een gezichtspunt dat tot deze verdeling leidt.

Zowel gezichtspunt als formulering kunnen per groepje leerlingen verschillen, dat vinden we goed en ze mogen met hun eigen idee verder werken! Je zou hierin aspecten van gepersonaliseerd leren kunnen herkennen. Wel laten we de leerlingen, al dan niet met behulp van, desnoods fictieve, doubleurs, zelf bedenken waarom ‘verwacht/onverwacht’ niét zo’n geschikt indelingscriterium is. Een door de jaren heen veel gekozen gezichtspunt blijkt te zijn ‘logisch/niet logisch’.


Theorie uit Experimenten 50 jaar

In Faraday (de voorloper van NVOX) is in 1983 door TUE een soortgelijke introductie van een chemisch reactiebegrip beschreven. In een voetnoot bij het betreffende artikel1 wordt 
toegelicht waarom we de naam vitrioolblauw gebruiken en niet bijvoorbeeld blauw vitriool of blauw kopersulfaat. Bij het luisteren naar leerlingen was namelijk gebleken dat ze dan vinden dat er bij verhitting geen sprake is van een nieuwe stof; het blijft dan immers (weliswaar wit) vitriool of kopersulfaat.
Op grond van dit soort ervaringen maar ook vanwege externe onderwijsveranderingen is het vanaf 1969 door TUE ontwikkelde lesmateriaal telkens bijgesteld. Het bestaat nu uit een uitgebalanceerde reeks experimentjes en bijbehorende opdrachten waarmee groepjes havo- en vwo-leerlingen vanaf het eerste leerjaar tot en met het examenjaar op een gedifferentieerde manier aan de slag kunnen. De vakinhoudelijke lijn daarin is tot nu tegen alle onderwijsveranderingen bestand gebleken.

 

 

 

Nog meer acties en nog meer kleuren

Vanuit het zelf gekozen gezichtspunt worden de resultaten ingedeeld van experimentjes als:
- suiker en water
- vitrioolblauw en water
- soda en water
- calcium en water
- koper(poeder) en water
- koper(poeder) en salpeterzuuroplossing
- zink en zoutzuur
- soda en zoutzuur
- verwarmen van kaarsvet
- verwarmen van vitrioolblauw
- verwarmen van suiker
- verwarmen van ijs
- verwarmen van (kalium)permanganaat
- (per video) verwarmen van (ammonium)dichromaat.

Met indicatoren worden de reactieproducten onderzocht als de kleur niet meteen uitsluitsel geeft .

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

           

 

                  koperpoeder in salpeterzuuroplossing                              verhitten van suiker\

De gekozen gezichtspunten zijn verschillend en dus verschilt in de les ook de begeleiding per groep. Omdat de resultaten op papier worden vastgelegd en ingeleverd kan ook achteraf feedback gegeven worden. Dit is voor de docent tevens de voorbereiding van de volgende les. De eerste activiteit in de erop volgende les is het verwerken van die feedback. Misschien dat onderwijskundigen dit met een modieuze term formatieve evaluatie zouden noemen?


Ontstaan én verdwijnen

Aan de hand van het gezichtspunt ‘wel of niet een nieuwe stof’ kunnen al die (re)acties met stoffen chemisch geordend worden, dat wil zeggen zoals chemici gewend zijn te doen. Dikwijls komt dat wel overeen met een indeling in ‘logisch/onlogisch’ maar veel leerlingen vinden bijvoorbeeld het resultaat van ‘koperpoeder in water helemaal niet zo logisch, zelfs niet als ze er een koperen waterleidingbuis bij aangereikt krijgen. Probeer het zelf ook maar eens!

Om leerlingen te laten ervaren dat stoffen echt verdwijnen spuiten we in een flesje (giftig!) zoutzuurgas en (giftig!) ammoniakgas bij elkaar (dat is al eerder gedaan maar nu zonder paraffine)2. Wie durft mag het resultaat proeven, met daarbij de aantekening dat dat de enige keer is dat in het scheikundelokaal gegeten mag worden. Soms moet je als begeleider eerst voorproeven!

Later wordt (in een kwantitatief experiment) een spiraaltje koperdraad in zwavel verwarmd; het resultaat (de vorm blijft behouden!) wordt doorgeknipt. Aan de kleur kun je zien dat koper en zwavel echt verdwenen zijn.

 

 

 

 

 

 


                                                  rolletje koperdraad in zwavelpoeder

 

 

 

 

 

 

 


   resultaat na verhitting                                                                      resultaat na doorknippen


Noten

1. Arnold F. & Van Berkel, A.(1983)Spektakels en gezichtspunten bij TUE. Faraday 52 (3)
2. Video van het experiment te zien via http://youtu.be/Zu5hauNe4Vo